We onderscheiden in Nederland vier soorten biomassa:
- Hout en houtige biomassa: denk hierbij aan boomstronken, takken en snoeihout.
- Akkerbouwgewassen: meestal zijn dit vrucht, knol of kool soorten die verbouwd worden voor de productie van suikers, oliën of zetmeel.
- Groene biomassa: dit zijn bijvoorbeeld vers gras, bladeren en bietenloof. Er kan onder andere eiwit en cellulose uit deze groene biomassa gehaald worden. Deze biomassa gebruiken we ook als veevoer en voor het revitaliseren van landbouwgronden.
- Algen en zeewier: ook wel aquatische biomassa genoemd, is een verzamelnaam voor zeewieren en algen. Dit soort biomassa bevat veel eiwitten, oliën, vetzuren en suikers.
Biomassa zetten we op drie verschillende manieren in:
- Verbranding: De biomassa verbranden we om de warmte op te vangen. Dit geldt vooral voor hout en houtige massa. Dit verbranden we in een houtkachel of om op te koken. Bij het verbranden van biomassa komen veel rookgassen in de lucht, waardoor de lucht verontreinigt.
- Verbranden in biomassacentrale: Een biomassacentrale gebruikt biomassa om water op te warmen. Dit warme water levert de centrale aan bijvoorbeeld een zwembad of aan huizen. Daarnaast is het in de centrale mogelijk om het warme water om te zetten in stoom voor de productie van elektriciteit.
- Bijstook in kolencentrales: Biomassa werd een periode ingezet in kolencentrales als alternatief voor kolen. Dit gebeurde omdat gedacht werd dat dit een bijdrage levert aan de klimaatdoelstellingen. Uit onderzoek blijkt dat het verbranden van biomassa meer CO₂ uitstoot dan het verbranden van kolen.
Discussie over biomassa
We kennen allemaal de romantiek van een houtkacheltje of kampvuur. Door het sprokkelhout te verbranden ontstaat veel rook. Bij het grootschalig inzetten van biomassa gebeurt dit ook, maar dan op grote schaal. Er zijn een aantal redenen waarom dit niet verstandig is:
- Bij verbranding van biomassa komen allerlei schadelijke stoffen vrij, zoals stikstofoxiden, vluchtige organische stoffen, fijnstof, koolmonoxide, zware metalen en dioxines. Maar ook de CO₂ uitstoot is groot. Het teveel aan CO₂ op aarde draagt bij aan de huidige klimaatproblemen.
- Naast de schadelijke stoffen levert verbranding van biomassa roetdeeltjes op. Deze roetdeeltjes blijken licht te absorberen en zorgen daarmee voor een opwarmend effect van de aarde.
- Om biomassa grootschalig in te zetten, was alleen sprokkel- en snoeihout niet voldoende. Daarom werden commerciële activiteiten opgezet om biomassa te produceren. Deze activiteiten doen in veel gevallen een aanslag op bestaande landbouwgronden of zorgen ervoor dat bossen opgeofferd moeten worden. En dat terwijl bossen zo belangrijk zijn voor het klimaat omdat ze CO₂ omzetten in zuurstof.
- Naast deze negatieve effecten van biomassa wijzen andere signalen er op dat de productie van biomassa de productie van voedsel verdringt. Hierdoor stijgen de voedselprijzen.
Samengevat is de productie en gebruik van biomassa niet onomstreden. De komende jaren zal blijken of biomassa onderdeel moet blijven van de energietransitie. De discussie tussen wetenschappers over de vraag of biomassa wel of niet duurzaam is, geeft nog geen eenduidig antwoord.