Kerncentrale Borssele - Zeeuws Energieakkoord

Indien de Nederlandse overheid besluit dat kernenergie een rol moet spelen in de toekomstige energievoorziening, is Borssele een aangewezen locatie voor een nieuwe kerncentrale. Dit komt door de reeds aanwezige nucleaire expertise bij EPZ, de nabijheid van de COVRA, de ruime beschikbaarheid van koelwater en het feit dat de rijksoverheid Borssele heeft aangewezen als locatie waar een kerncentrale is toegestaan. Een nieuwe kerncentrale heeft over het algemeen een capaciteit van 1,6 GW en ongeveer 8000 vollasturen. En produceert daarmee 46,1 PJ aan CO2-vrije elektriciteit. Omdat bij de waterstofproductie via elektrolyse een continue stroomtoevoer belangrijk is, heeft kernenergie de potentie een rol te spelen om de grote Zeeuwse waterstofvraag CO2-vrij te produceren.

Nadelen van deze technologie zijn de hoge up-front investeringskosten met bijbehorende bouw- en financieringsrisico’s en het ontbreken van een definitieve oplossing voor het verwerken van nucleaire afval waardoor we het afval moeten opslaan. Momenteel is de uitbreiding van nucleair vermogen niet aan de orde in Zeeland, omdat er geen initiatieven bekend zijn.

De Zeeuwse overheden hebben geen bevoegdheden en dus geen actieve rol t.a.v. kernenergie. De Provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeenten zijn via de aandelen van PZEM indirect ook aandeelhouder van de kerncentrale EPZ. In de formeel vastgestelde aandeelhoudersstrategie PZEM is ten aanzien van EPZ opgenomen dat commerciële energieactiviteiten qua risico- en rendementsprofiel niet bij een provincie en gemeenten passen, en dan ook verkocht zouden moeten worden.

Thorium

Om het nucleaire afval te beperken zijn er nieuwe vormen kerncentrales in ontwikkeling. Een voorbeeld hiervan is thorium (gesmolten zout). Dit heeft o.a. als voordeel dat er minder afval geproduceerd en dat het (maar) honderden in plaats van duizenden jaren radioactief blijft. Thoriumcentrales vergen echter nog een hele grote hoeveelheid onderzoek en ontwikkeling. Daarbij zijn er nog veel zaken onbekend, zoals kosten van veiligheid en opslag van het afval. Verschillende partijen hebben de intentie uitgesproken om thoriumcentrales te ontwikkelen maar er zijn momenteel nog geen fysieke reactoren daadwerkelijk in ontwikkeling. Commerciële toepassing lijkt nog erg ver weg en wordt op z’n vroegst geschat op 2045-2050. Het is dus niet realistisch aan te nemen dat thorium de klimaatdoelen voor 2030 kan adresseren en we zullen waarschijnlijk nog minimaal tien jaar moeten wachten voordat we kunnen inschatten of thoriumcentrales in 2050 een rol kunnen spelen.